Herstelbeheer in hellingschraallanden
Door versnippering, stikstofdepositie en areaalvernietiging gaat het niet goed met hellingschraallanden. Deze schraallanden komen binnen Nederland alleen voor in Zuid-Limburg en vertonen meestal een karakteristieke gradiënt van zure graslanden op de grindkoppen naar kalkgraslanden waar kalk dagzoomt. Daartussen in bevinden zich de heischrale graslanden. De vraag is hoe deze heischrale graslanden het best hersteld kunnen worden.
Onderzoek
B-WARE, Stichting Bargerveen en Alterra voeren het onderzoek gezamenlijk uit. De focus van het project ligt op het effect van verschillende maatregelen op de vegetatieontwikkeling, verandering in bodemchemie en insectenfauna.
Binnen het project onderzoekt B-WARE de bodemchemie van hellingschraallanden. Uit eerder onderzoek is gebleken dat er in heischrale graslanden een beperkte omzetting van ammonium naar nitraat (nitrificatie) plaatsvindt. Hierdoor kan er een voor zeldzame planten ongunstige verhouding tussen ammonium en nitraat ontstaan. Met behulp van bodemmonsters en probes in het veld wordt onderzocht hoe het nitrificatieproces verloopt en welke microbiële processen geremd worden bij een te lage nitrificatie. Aan de hand van deze resultaten kunnen maatregelen ontworpen worden die de nitrificatie stimuleren en een beter herstel van heischrale graslanden mogelijk maken. Naast het onderzoek naar nitrificatie wordt ook onderzoek verricht aan veranderingen in de bodemchemie bij bijvoorbeeld plaggen, begrazen en het aanbrengen van hooi. Vergelijking met referentieschraallanden maakt het mogelijk om uitspraken te doen over de effectiviteit van de maatregelen. In het onderzoek worden veld- en laboratoriumexperimenten uitgevoerd.
Eindrapport 2e fase
Het eindrapport van de 2e onderzoeksfase is te downloaden op de website van Natuurkennis.