Waterkwaliteit

Hoewel de waterkwaliteit in Nederland in bepaalde opzichten is verbeterd in de afgelopen decennia, hebben nog veel wateren te maken met problemen. Hierbij kan het gaan om de afwezigheid van bepaalde kenmerkende plant- en diersoorten maar ook om problemen met (blauw)algen, woekerende waterplanten, slibvorming en stankoverlast. Daarbij worden er ook eisen gesteld vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Veel waterkwaliteitsproblemen worden veroorzaakt door een te grote beschikbaarheid van nutriënten (voedingsstoffen), ook wel bekend als eutrofiëring.

Eutrofiering kan door externe bronnen worden veroorzaakt, zoals inlaat van voedselrijk water, door overstorten en/of af- en uitspoeling van landbouwpercelen. Nutriënten kunnen echter ook in het watersysteem zelf vrijkomen uit de waterbodem, dit heet interne eutrofiëring. Om de herkomst van de bron(nen) en de bijdrage ervan te bepalen kunnen er door ons gericht monsters worden genomen van waterbodem, porievocht, grond- en oppervlaktewater. Ook kunnen wij verschillende experimenten uitvoeren om gerichter te kijken naar bijvoorbeeld nalevering van fosfor voor- en na baggeren, introductie van specifieke soorten waterplanten, effecten van beijzeren etc.

In de afgelopen jaren is veel ervaring opgedaan met onderzoek naar de sturende processen die de waterkwaliteit beïnvloeden. Op basis van het watertype en de mate van eutrofiëring zal er vervolgens een advies met effectieve maatregelen worden opgesteld om de waterkwaliteit te verbeteren, op zowel de lange als korte termijn. 

Meer informatie hierover kunt u vinden in de door ons uitgegeven brochure ‘Waterkwaliteitsproblemen tot in de bodem uitgezocht'. Heeft u vragen over waterkwaliteit of het laten uitvoeren van een onderzoek, de beschikbare methodes of kosten? Of wilt u een brochure ontvangen? Neem dan contact op met Onderzoekcentrum B-WARE via info@b-ware.eu

Water 6