Veenmosteelt

Veengebieden functioneren als ’s werelds grootste terrestrische koolstofopslag en vervullen dan ook belangrijke functies met betrekking tot het klimaat, waterkwaliteit, biodiversiteit en koolstofopslag. Ondanks deze functies worden Nederlandse veengebieden al eeuwenlang grootschalig ontwaterd ten behoeve van de landbouw met het verlies van het karakteristieke landschap, biodiversiteit, bodemdaling en een verslechterde waterkwaliteit tot gevolg. 

De oplossing hiervoor is het vernatten van ontwaterde veengebieden zodat de veenafbraak en bodemdaling stopt. Om veenbodems na vernatting nog productief te kunnen gebruiken kan er gekozen voor paludicultuur ofwel natte landbouw. Hierbij kan er gebruik gemaakt worden van verschillende natte gewassen zoals riet, lisdodde, els en veenmos. Veenmossen groeien het beste in semi-aquatische en zure omstandigheden waarbij ze hun omgeving actief kunnen beïnvloeden door het vasthouden van water en verzuren van de omgeving. Hoewel we over voldoende water in Nederland beschikken, is voor de teelt van deze veenmossen de kwaliteit vaak ontoereikend. Het oppervlaktewater bevat namelijk vaak te veel bicarbonaat (hoge alkaliniteit) waardoor veenmossen sterven tijdens inundatie. Daarnaast vormen langdurige perioden met droogte een uitdaging.

Om bodemdaling en de hieraan gekoppelde consequenties van broeikasgasemissies en een slechte waterkwaliteit tegen te gaan, wordt er op verschillende locaties binnen Nederland geëxperimenteerd met vernatting van gedraineerde veenbodems en veenmosteelt. Ook wordt er geëxperimenteerd met het (tijdelijk) kunstmatig aanzuren van oppervlaktewater om de alkaliniteit te verlagen en oppervlaktewater geschikt te maken voor veenmossen tijdens droge zomers. Wanneer veenmossen aanslaan en een vlakdekkende laag vormen (een acrotelm) kunnen ze op termijn het oppervlaktewater zelf verzuren, de veenbodem afdekken en is er veenvorming (bodemstijging) mogelijk. Onderzoekcentrum B-WARE werkt momenteel samen met verschillende partners zoals Landschap Noord-Holland, Stichting het Zuid-Hollands Landschap, de Radboud Universiteit, Universiteit Utrecht en de Greifswald Universiteit in diverse projecten zoals het Veenweide Innovatie Programma Nederland (VIP-NL) aan de praktische haalbaarheid van veenmosteelt en de processen en condities in het water en de bodem die de groei van veenmossen en veenafbraak beïnvloeden.

Veenvorming

Foto: ontwikkeling van veenmos op een fossiele veenlaag ongeveer 1 jaar na het enten van veenmossen.